Een vroegtijdige diagnose van obstructief slaapapneu (OSA) is essentieel om het risico op gevolgaandoeningen tot een minimum te beperken. Omdat de getroffenen zich vaak niet bewust zijn van de nachtelijke ademstops, wordt de ziekte vaak pas laat herkend. Daarnaast lopen de symptomen van obstructief slaapapneu sterk uiteen.
Een gesprek met de partner is daarom in veel gevallen nuttig om de symptomen van OSA bewust te herkennen.
We kijken uit naar uw contactaanvraag.
Een eerste diagnose van obstructief slaapapneu wordt verkregen met behulp van OSA-specifieke vragenlijsten. Als de verdenking juist is, wordt de patiënt door de huisarts naar een slaapkliniek verwezen. Om de diagnose te bevestigen of te verwerpen, wordt daar een slaapregistratie (polysomnografie) verricht. Door middel van dit onderzoek worden tijdens de slaap o.a. het aantal ademstops en het zuurstofgehalte in het bloed van de patiënt geregistreerd.
Ook wordt er gekeken naar het slaappatroon, waarbij beoordeeld wordt of de slaap voldoende efficiënt is en of alle slaapfasen goed worden doorlopen. Wanneer er sprake is van obstructief slaapapneu, kan er aanvullend een slaapendoscopie worden uitgevoerd. Tijdens dit onderzoek wordt u in slaap gebracht d.m.v. een medicijn. Voorts onderzoekt uw behandelend arts met een flexibele camera wat er precies gebeurt in de bovenste luchtweg tijdens de slaap en waar het snurken en de ademstops door worden veroorzaakt. Aan de hand van bovengenoemde onderzoeken, kan uw behandelend arts alle behandelopties met u bespreken.